Dinsdag 17 april 2018

Om 8.30 uur worden de koffers ingeladen, want we gaan Jeruzalem verlaten. In de bus neemt de gids het dagprogramma door. Daarna wijst de ze ons weer op allerlei dingen die we zien  en over incidenten die gebeurd zijn op plaatsen waar we langs rijden op de Westbank. We passeren de stad Ma’ale Adummin. Gebouwd midden in de woestijn. Een stukje niemandsland waar nu 60.000 mensen wonen. Nadeel is als je er woont moet je elke dag door de veiligheidsbarrière heen.

We dalen verder af richting Jericho over een weg die door de Japanners is uitgehakt na het tekenen van de vrede met Jordanië in 1994. Onderweg naar de doopplaats Qasr Al Yahud ten noorden van  de Dode Zee vertelt dominee Overeem  dat dit de plaats is waar Jezus door Johannes werd gedoopt. Matth.3:5 en 6: “En toen liep Jeruzalem en heel Judea en heel het land rondom de Jordaan naar Hem uit en werden door hem gedoopt in de Jordaan”. Ook in het OT is dit een belangrijke plaats. Onder andere  trok hier het volk Israël o.l.v. Jozua Kanaän binnen.  Asnat vertelt dat Jericho bij het vredesproces is weggegeven aan de Palestijnen. Er is veel landbouw, het is een oase in de woestijn door het water dat er naar toe gebracht wordt. Er zijn ook veel dadelpalmen. Ze zijn arbeidsintensief maar goed voor de export.

Om 9.30 uur arriveren we bij een temperatuur van 27 graden bij de doopplaats. Het is mooi aangelegd met steigers en beplanting.  Al snel zien we groepen mensen met witte doopjurken in het water gaan. Aan de overkant van de Jordaan wappert de Jordaanse vlag. De gids wijst nog op een bordje op de muur wat de waterstand in 2013 aangeeft . Het water stond toen  ongeveer 5 meter hoger.  Na een half uur stappen we weer in de bus en gaan op weg naar Engedi. We houden nog even een korte koffie/wc stop. Een enkeling durft het terras buiten aan. Inmiddels is het 30 graden, dus kiezen de meesten voor de koelte binnen. We vervolgen onze weg naar Engedi. We hopen hier de steenbokken en klipdassen te zien die in Psalm 104 worden genoemd. Ondertussen vertelt  ds. Overeem het verhaal van David en Saul bij Engedi uit 1 Samuel 24. We krijgen een beeld van de grotten waar David met 400 man leefde op de vlucht voor Saul. Asnat vertelt dat ook het waterpeil in de Dode Zee enorm zakt en dat er zelfs gaten vallen in het landschap.

Tegen elven komen we aan bij Engedi  en volgen een prachtig pad naar de 1e waterval. We gaan al klimmend ook nog naar de 2e waterval. Het is een schitterend gebied met hoge rotspartijen, maar we zien helaas geen steenbokken. Terug in de bus rijden we naar onze volgende bestemming 20 minuten verderop: “de Massada”. Herodes de Grote koos 2000 jaar geleden een veilige plek om een enorm paleis te bouwen boven op een plateau (alleenstaande berg). De gondel brengt ons gelukkig naar boven want het is inmiddels 35 graden. We zien een schitterende ruïne. De gids legt uit dat het verblijf was ingericht om er langdurig bij eventuele belegering te verblijven. Er waren enorme voorraadkamers waar een wachttoren toezicht op hield. We bezichtigen de badhuizen en het paleis dat helemaal op de kop ligt. We schrikken van de lange rij die omlaag wil, maar het valt mee. De wachttijd blijkt maar 15 minuten. We worden wel met 80 mensen in de gondel gepropt. Beneden blijkt dat je niet meer omhoog mag i.v.m. de hitte.

Gauw naar de bus want het wordt tijd voor de lunch. Die gebruiken we bij het restaurant waar ook de parkeerplaats is voor het Qumran Nationaal Park. Er staan maar liefst 20 bussen en onze geweldige chauffeur draait feilloos het enige open plekje in. Het is inmiddels 38 graden maar binnen is het koel door de airco. Om 16.00 uur rijden we weer. Het is nog 10 minuten naar het strand aan de Dode Zee. De laagste plek op aarde ruim 400 meter onder de zeespiegel. Al gauw dobberen de meesten in het water met een zoutgehalte van ongeveer 30 procent. Voor zover wij hebben waargenomen, bleef iedereen drijven. Om 17.30 uur moeten we naar de bus. Onderweg zien we op de eindeloze steenachtige  bergen regelmatig een kudde schapen. De gids wijst ons ook op de onderkomens van de Bedoeïenen. Tegenwoordig geen tenten meer maar rommelige schuurtjes. We zetten haar af in Jeruzalem en rijden naar het Angel hotel  in Bethlehem. Het is inmiddels 19.00 uur en we schuiven meteen aan tafel voor een heerlijk diner.

Dominee Overeem houdt met ons een avondsluiting en leest Ezechiël 47. Ezechiël ziet in een visioen water onder de poort uitstromen. Het water wordt steeds dieper en stroomt tot in de Dode Zee en maakt de zee weer levend vol vissen. We zingen samen nog enkele liederen en dominee bidt met ons. We horen dat we morgen om 7.30 uur bij de bus moeten zijn. We kijken terug op een warme dag met veel mooie belevenissen.